Rekenbladen bewerken

De inhoud van cellen kan je bewerken en rijen en kolommen kan je verkleinen, vergroten, knippen, kopiëren, plakken, toevoegen en verplaatsen.

Voor rekenbladen die in de tekening worden getoond, kan je ook de schaal aanpassen (zie Rekenbladen verschalen).

Navigeren in het rekenblad

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de toetsen waarmee je de cursor in het rekenblad kunt verplaatsen.

Toets

Beschrijving

Pijl (naar boven, beneden, link, rechts)

Ga naar de volgende cel in de overeenkomstige richting.

Tab

Ga naar de cel aan de rechterkant.

Enter

Ga naar de cel eronder.

Shift + Tab

Ga naar de cel aan de linkerkant.

Shift + Enter

Ga naar de cel erboven.

Als meer dan één cel geselecteerd is, kan je enkel navigeren binnen deze selectie.

Cellen selecteren

Geselecteerde cellen worden omkaderd met een dikkere zwarte lijn. Indien je meer dan één cel selecteert, is de actieve cel wit gekleurd en de andere cellen blauw.

Selectie

Actie

Eén cel

Klik op de cel

Een reeks cellen

Klik en sleep met de muisknop ingedrukt om een reeks cellen te selecteren. Of klik in één hoek en Shift + klik in de tegenovergelegen hoek.

Een volledige kolom of rij

Klik op de kolomletter of op het rijnummer. Of klik en sleep de selectie over de kolomletters of rijnummers om meerdere kolommen of rijen te selecteren. Of klik op de eerste kolomletter en Shift + klik op de laatste kolomletter van de reeks kolommen die je wilt selecteren. Ga op dezelfde manier te werk om meerdere rijen te selecteren.

Niet-aansluitende cellen, rijen en kolommen

Houd de Ctrl (Windows) of Command (Mac) toets ingedrukt en klik op elke cel, rij of kolom die je wenst te selecteren.

Het volledige rekenblad

Klik op de linkerbovenhoek van het rekenblad (boven het eerste rijnummer).

Celinhouden bewerken

Wanneer een cel geselecteerd is, geeft de formulebalk aan of de celinhoud al dan niet bewerkt kan worden. Je kan slechts één cel tegelijk bewerken.

Als je meerdere cellen selecteert, zal enkel de eerste cel van de selectie aangepast worden.

Formulebalk

Verklaring

ws_FormulaBar.png

Het celadres wordt weergegeven; het rode kruisje en het groene vinkje zijn actief.

De cel bevindt zich in een rekenbladrij of recordrij.

Bewerk de tekst, de getallen of formules vanuit de formulebalk zelf of dubbelklik op de cel om de inhoud van de cel rechtstreeks te bewerken.

Accepteer de aanpassing door middel van één van de onderstaande acties:

Klik op het groene vinkje.

Druk op de tab-toets

Druk op de enter-toets (Windows) of return-toets (Mac)

Om de aanpassing te annuleren, druk je op de esc-toets of klik je op het rode kruisje.

ws_FormulaBar3.png

Het celadres wordt niet weergegeven; de huidige celinhoud kan niet worden bewerkt.

In de subregels van recordrijen, kan je resultaten van berekeningen niet aanpassen. Ook objectkenmerken, zoals de klasse van het object, kan je niet aanpassen in het rekenblad.

ws_FormulaBar2.png

Het celadres wordt niet weergegeven; het rode kruisje en het groene vinkje zijn actief.

(Vectorworks uitbreidingsmodule vereist)

Als je over een Vectorworks-uitbreidingsmodule beschikt, is het wel mogelijk om vanuit de subregels van recordrijen de informatie komende uit het record van een object, aan te passen. Het record van het object zal hierna automatisch aangepast worden. Je kan bijvoorbeeld een prijs in een subregel aanpassen.

Bewerk de gegevens vanuit de Formulebalk of dubbelklik op de cel en pas de gegevens aan.

Accepteer de aanpassingen en werk het record bij door:

Klik op het groene vinkje.

Selecteer een andere cel.

Druk op de tab-toets

Druk op de enter-toets (Windows) of return-toets (Mac)

Om de aanpassing te annuleren, druk je op de esc-toets of klik je op het rode kruisje.

ws_FormulaBar5.png

Het celadres wordt niet weergegeven; er is een keuzelijst met de beschikbare waarden voor deze cel.

(Vectorworks uitbreidingsmodule vereist)

Als je over een Vectorworks-uitbreidingsmodule beschikt, kan je sommige velden die uit het record worden opgehaald, aanpassen. Je hebt echter slechts de keuze uit een aantal voorgedefinieerde waarden. Je zou bijvoorbeeld de stijl van de dorpel kunnen veranderen.

Selecteer de nieuwe waarde in de keuzelijst in de Formulebalk of in de cel zelf. Hierdoor wordt ook het record aangepast.

ws_FormulaBar4.png

Het celadres noch de celwaarde worden weergegeven.

 

Als je de uitbreidingsmodule Architectuur of Landschap niet geïnstalleerd heeft, is het niet mogelijk om vanuit de subregels van recordrijen de informatie komende uit het record van een object, aan te passen. Je kan de waarde van een subregel aanpassen, door de gegevens in het Infopalet te wijzigen. Dit doe je door met de rechtermuisknop op het nummer van de rij te klikken en Selecteer object te selecteren. Ga vervolgens naar het tabblad Gegevens in het Infopalet om de gegevens van het object te wijzigen.

De kolombreedte en rijhoogte wijzigen

De kolombreedte of rijhoogte pas je aan door de scheidingslijn tussen de kolomletters of de rijnummers te verslepen. Als je meerdere kolommen of rijen selecteert voordat je de scheidingslijn versleept, worden alle kolommen en rijen gelijkmatig aangepast.

De kolombreedte kan je ook aanpassen met het commando Kolombreedte in het rekenbladmenu Opmaak of in het contextmenu. De rijhoogte kan je ook aanpassen met het commando Rijhoogte in het menu Opmaak of in het contextmenu

Tekst die te lang is om in de cel te passen, loopt verder over lege, aangrenzende cellen. Getallen die langer zijn dat de celbreedte worden weergegeven met #-karakters. Je kan ook de optie Terugloop inschakelen om tekst die de breedte van het veld overschrijdt, op een volgende regel in hetzelfde veld te plaatsen. Zie Veldopmaak.

ws_Straddle_text.png

Voor rijen en kolommen die je wenst te verbergen, stel je de Rijhoogte of Kolombreedte in op 0. Om deze rijen en kolommen opnieuw zichtbaar te maken houd je de aanwijzer boven het rijnummer of de kolomletter van de volgende rij/kolom. Wanneer de aanwijzer in een dubbele pijl verandert, kan je de scheidingslijn verslepen om de rij of de kolom te vergroten.

Celinhoud knippen, kopiëren en plakken

In het rekenblad kan je de standaard toetsencombinaties gebruiken om te knippen en te plakken. Je kan een waarde of formule kopiëren en opnieuw plakken in een reeks cellen.

Om de inhoud van cellen naar een andere cel of reeks cellen te kopiëren:

Selecteer de cel met de informatie die je wenst te herhalen en druk vervolgens op Ctrl + C (Windows) of Cmd + C (Mac) om de cel te kopiëren.

Of: selecteer het commando Kopieer in het rekenbladmenu Bewerk of in het contextmenu (zie Rekenbladmenu).

Selecteer de cel(len) waarin je de waarde wilt plakken en druk op Ctrl + V (Windows) of Cmd + V (Mac). De formule of de waarde wordt in elk van de geselecteerde cellen geplakt.

Of: selecteer het commando Plak in het rekenbladmenu Bewerk of in het contextmenu (zie Rekenbladmenu).

Rijen en kolommen toevoegen

Vanuit het menu Voeg in kan je rijen en kolommen toevoegen (zie Commando’s in het rekenblad). Een lege rij wordt bovenaan de geselecteerde rij toegevoegd; een lege kolom aan de linkerzijde van de geselecteerde kolom. Een andere mogelijkheid is om de aanwijzer op de rechterbenedenhoek van het rekenblad te plaatsen, waardoor een speciale aanwijzer geactiveerd wordt. Sleep deze aanwijzer naar beneden en/of naar rechts. Nieuwe rijen worden onderaan toegevoegd, nieuwe kolommen aan de rechterzijde.

Plaats de aanwijzer op de rechterbenedenhoek van het rekenblad
tot deze van vorm verandert. Versleep de aanwijzer om kolommen en rijen toe te voegen. 

Rijen en kolommen verplaatsen en kopiëren

Je kan rijen en kolommen van een rekenblad verplaatsen en kopiëren door ze te selecteren en te verslepen.

Rijen of kolommen kopiëren

Selecteer de te kopiëren rij(en) of kolom(men) door op het rijnummer of de kolomletter te klikken (klik en sleep om meerdere rijen en kolommen te selecteren).

Druk de shift-toets (Windows) of de alt-toets (Mac) in en beweeg de aanwijzer naar de rand van de selectie. Als de aanwijzer van vorm verandert ( ), versleep je de rij(en)/kolom(men) naar de gewenste plaats en laat je de muisknop los.

Rijen of kolommen verplaatsen

Selecteer de te verplaatsen rij(en) of kolom(men).

Verplaats de aanwijzer naar de rand van de selectie. Als de aanwijzer van vorm verandert ( ) versleep je de rij(en)/kolom(men) naar de gewenste plaats en laat je de muisknop los.

Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.